Een bemiddelaar,  anders bekeken

Vrije vertaling van Benjamin R.; The natural mediator, Mediation News, Winter 1999. Vol 18 no.1.

Ik heb altijd moeite met duidelijke regels en eenvoudige antwoorden. Ik zie wel de bekoring die ervan uitgaat maar hun gebruik leidt te vaak naar grotere verwarring, vooral in ingewikkelde zaken. Mijn persoonlijke affiniteit met scheidingsbemiddeling steunt op het feit dat ik bevrijd ben van de noodzaak te bepalen wie gelijk heeft en wie ongelijk heeft en wat het juiste antwoord is. Ik heb vastgesteld dat mijn van nature verwarde geest nuttig is.Sinds ik in bemiddelingspraktijk een soort schuilplaats heb gevonden, vind ik het opkomend geloof in de beroepssector wat betreft het karakter van de bemiddelaar te simpel en te minzaam. De heersende wijsheid in de sector is dat een bemiddelaar een humanistische, meelevende, geduldige, empathische en rationele luisteraar is, iemand die veel kan verdragen, die niet gauw boos wordt en die het oneindige, optimistische geloof heeft dat alle kwesties kunnen opgelost worden en een rechtvaardige en passende oplossing hebben.Enkele van die karaktertrekken vertoon ik soms, dat geloof ik graag. Meestal schiet ik tekort. Wanneer ik luister naar bemiddelaars die de ideale persoonlijkheid van de bemiddelaar druk bespreken of wanneer ik daarover vakliteratuur lees, dan voel ik mij uit de pas.Ik denk dat wat velen zeggen welke de karaktertrekken van een goede bemiddelaar zouden moeten zijn, niet overeenkomt met wat zij in feite zijn. Onderzoek bevestigt dat er een kloof is tussen wat bemiddelaars zeggen dat zij doen en wat anderen hen zien doen. En, de waarheid mag gezegd worden, mijn eigen ervaring suggereert dat bemiddelaars niet bijzonder bedachtzaam, empathisch of rationeel zijn wanneer zij met hun eigen conflicten omgaan. Ik veronderstel dat dit verwant is met de schoenmaker die geen schoenen heeft.Het is niet mijn bedoeling de integriteit van bemiddelaars te betwisten, integendeel. Ik suggereer slechts dat de persoonlijkheidstrekken die bemiddelaars meest van dienst zijn, niet de meest voor de hand liggende zijn. Tegenover de gangbare overtuiging welke karaktertrekken een goede bemiddelaar maken (of misschien als rechtvaardiging van mijn eigen armoedig ontwikkelde persoonlijkheid), heb ik vier belangrijke eigenschappen van de natuurlijke bemiddelaar gedistilleerd.

Eerste eigenschap: een goede bemiddelaar is verward.

Degenen die deze karaktertrek bezitten, kunnen zich daarvan bewust worden. Er bestaat een eenvoudige test. Geconfronteerd met de vraag Ben je deel van het probleem of deel van de oplossing? stel je vast dat je niet in staat bent te antwoorden. Zoals een hert gevangen is in de koplampen, ben je geïmmobiliseerd. Je wil geen deel van het probleem zijn, en dus wil je snel en direct antwoorden maar telkens je de oplossing hoort, deins je toch terug. Degenen van dat slag lijden aan een chronische kramp in de anus, van altijd de billen toe te knijpen.Deze verwarring komt de bemiddelaar goed van pas. De kat uit de boom kijken biedt de mogelijkheid om op een natuurlijke wijze te begrijpen dat er geen eenvoudige antwoorden zijn, en om bij klanten die er niet zo over denken verwarring te zaaien. De verwarde bemiddelaar ziet vlot de geldigheid van ieders’ perspectief. Hij of zij kan op een vanzelfsprekende manier de neiging weerstaan om zich bij één enkele persoon aan te sluiten. Verwarde bemiddelaars erkennen dat helden schurken kunnen zijn, slachtoffers daders kunnen zijn, en vice versa. Het is nooit gemakkelijk noch duidelijk.

Tweede eigenschap : een goede bemiddelaar is voyeuristisch.

Meestal wordt voyeurisme gezien als een seksuele persversie. Dat kan natuurlijk. Ik associeer voyeurisme met een eindeloze fascinatie voor de manier waarop mensen zich met elkaar verbinden, hun realiteiten construeren en hun intieme verhoudingen vorm geven. Dank zij deze eigenschap kan de bemiddelaar de neiging weerstaan om te veroordelen.Een bemiddelaar bewijst ruziemakende partners niet zozeer een gunst door hen te helpen conflict oplossen. Hij wordt veeleer vereerd omdat hij door hen werd uitgenodigd om hen te helpen enkele van de meest intieme kwesties in hun leven te hanteren.

Derde eigenschap: een goede bemiddelaar is dwangmatig.

Deze persoonlijkheidstrek is waarschijnlijk het resultaat van een conflictueuze zindelijkheidstraining. Het is de neiging om orde te brengen in de chaos. Wanneer men aanneemt dat een scheidingsconflict niet zozeer over onderhoudsgeld gaat maar eerder over mensen die overweldigd zijn en bang zijn dat men van hen gaat profiteren of dat men hen voor schut gaat zetten of dat ze voor stommerik gaan aanzien worden, dan is obsessioneel organiseren, met het gebruik van plannen, schema’s en een heldere structuur, essentieel.De bemiddelaar is reisgids in de wildernis. Hij of zij kan niet zomaar met de klanten mee zwerven. Hij moet de angsten van de klanten aanvoelen en anticiperen voordat zij erdoor overstelpt worden.

Tenslotte: een goede bemiddelaar is marginaal.

Ik wil niet insinueren dat bemiddelaars trekken vertonen van een borderline persoonlijkheidsstoornis. Niettemin vermoed ik dat zij allemaal al eens versteld hebben gestaan over hun eigen denken en doen. Marginaal zijn impliceert dat de bemiddelaar niet geassocieerd is met een andere zaak of met een ander doel dan de klanten helpen zelf beslissingen nemen. Groucho Marx heeft dit best verwoord: elke groep die mij wil als lid is het niet waard om bij aan te sluiten.Dit betekent loslaten van wat leven zou moeten zijn in een perfecte wereld; een wereld die goed is voor kinderen, vrouwen, mannen, minderheden en andere mensen van elke klasse en soort. De bemiddelaar moet in de marge staan. Hij of zij is een buitenstaander niet zozeer begaan met wat correct is maar veeleer met wat zal werken om een onenigheid in een gegeven omstandigheid te regelen. Bemiddelen gaat niet over sociale rechtvaardigheid.Tot zover de vier eigenschappen. Bemiddelaars stellen onmogelijke en kunstmatige verwachtingen tav wat zij zouden moeten zijn. Zij proberen heiligen te zijn terwijl hun fundamentele aard hen het best van dienst kan zijn. Ik vermoed dat veel bemiddelaars in hun bemiddelingspraktijk eerder van nature verward, voyeuristisch , compulsief en marginaal zijn dan rationeel, geduldig en begripsvol. Een goede natuurlijke bemiddelaar heeft geleerd om zijn fundamentele aard niet te verloochenen en zijn rijkelijk voorzien mankementen in zijn voordeel aan te wenden.

Vrije vertaling van Benjamin R.; The natural mediator, Mediation News, Winter 1999. Vol 18 no.1/p>